'Wanneer we de werking van virtualisatie willen samenvatten zou ik willen
stellen dat we virtualisatie moeten beschouwen als een onbetrokkenheid : het biedt de mogelijkheid elke betrokkenheid
tot je eigen handelen weg te nemen.' - Joris Krijger[1]
Steeds meer verwonder ik me over de wijze waarop in sociale media en met
name op Facebook ongenuanceerde reacties geplaatst worden onder openbaar
geplaatste artikelen of berichten. Schaamte, normen en waarden of
beleefdheidsbegrippen als 'hoe gaan we met elkaar om' lijken steeds minder
belangrijk. Sterker nog, wie een appel doet
op sociale omgangsvormen wordt niet zelden weggehoond. Racisme, fascisme en stigmatisering
wordt aan elke discussie toe gevoegd, ongeacht het onderwerp. Alles moet kunnen
onder de noemer 'vrijheid van meningsuiting'. Het derde axioma
van Paul Watzlawick 'De aard van een betrekking is afhankelijk van de
interpunctie van de interacties tussen de communicerende personen' wordt hier naar believen uit zijn verband
gerukt. Hierdoor kan schaamteloos gecommuniceerd worden. Om schaamte te kunnen
voelen moet men toegang hebben tot de eigen integriteit, lijfelijke
aanwezigheid [in het contact met de ander] en verantwoordelijkheid[2]. De
natuurlijke remming om onszelf in te houden, ingegeven door cultuur, opvoeding
en integriteit in gesprek met de ander lijkt te ontbreken wanneer we niet
lijfelijk meer in gesprek zijn met die ander door tussenkomst van een
beeldscherm. We zien niet hoe de ander reageert. In een virtuele sociale wereld
kunnen we ons anoniem en solitair wanen. We kunnen ons letterlijk en figuurlijk
afsluiten voor de (reactie van de) ander en maken geen deel uit van een sociaal
systeem wanneer we dat niet willen.
Na de aanslagen op Charlie Hebdo in Parijs in januari 2015 werd
geprotesteerd dat dit een aanslag was op de vrijheid van meningsuiting.
Vrijheid van meningsuiting vind ik juist een grote persoonlijke verantwoordelijkheid.
Het is de verantwoordelijkheid om met behoud van de ander je mening te uiten.
Na de aanslagen lijkt het een verzamelexcuus te zijn als een opeisbaar recht om
straffeloos de meest grove beledigingen te mogen uiten. Zeker wanneer dit met
alle gemak via social media wordt geuit waar elke persoonlijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid opzij gezet kan worden. Hoewel de term social media toch anders suggereert.
[1] Krijger,
J., 'Schaamteloos handelen, een filosofische beschouwing over wat de
bankencrisis van 2008 ons leert over schaamteloosheid in een virtuele wereld'.
Ipskamp Printing 2017, ISBN: 978-94-028-0509-3
[2] Idem als
voetnoot 1. In 'Schaamteloos Handelen' onderzoekt Joris Krijger het werk van drie
denkers die belangrijk zijn geweest voor de filosofie doordat ze over schaamte
hebben geschreven (Kierkegaard en Sartre) of hun werk de basis vormde voor een
nieuw denken over schaamte (Merleau-Ponty). "[...]een andere noodzakelijke
voorwaarde voor schaamte kunnen halen: bij Kierkegaard is dit integriteit[...],
bij Merleau-Ponty lijfelijkheid en bij Sartre verantwoordelijkheid" pagina
45.